Narita

dagboek

een jaar lang boven

mei 21, 2018 by Narita 1 Comment

Je weet pas echt hoe belangrijk vrijheid is, als je het even niet hebt gehad. Die zin zei een radio-DJ afgelopen bevrijdingsdag, en hoewel ik zelden écht aandachtig naar de radio luister (meestal is het gewoon achtergrondgeluid dat 24/7 aanstaat zodat ik minder last heb van prikkels van buitenaf), hoorde ik deze zin wel degelijk. Drong hij wel degelijk tot mij door. Bevrijdingsdag is een van de weinige Nederlandse feestdagen die ik oprecht belangrijk vind. De vrije dagen die we met Koningsdag, Pasen en Kerst krijgen zijn leuk hoor, maar ik ben geen Christen en geen fan van het Koningshuis. Die dagen doen me niet meer dan een normale vrije dag.

En Bevrijdingsdag dan? Wat maakt dat ik daar wél waarde aan hecht? Ik was er niet bij in de oorlog, heb voor zover ik weet geen Joodse roots.

Je weet pas echt hoe belangrijk vrijheid is, als je het even niet hebt gehad. Fuck. Ja. Dat kan ik niet ontkennen.

Ik was negen toen ik Het Achterhuis van Anne Frank las. Ik mocht zelden boeken lenen uit de kasten voor volwassenen, maar had het bij deze bibliothecaresse toch voor mekaar gekregen. Anne was meegegaan naar huis. Of, nou ja, ‘huis‘? Het huis van mijn nicht en haar man, waar ik tijdelijk, maar inmiddels toch al best lang woonde. Als hij in een goede bui was mocht ik een paar boeken lenen bij de bieb. Maar hij was bijna nooit in een goede bui.

Haar dagboeken voelden als een geheim tussen Anne en mij. Dat waren ze ook, want hoewel ik – heel zelden – naar de bibliotheek mocht, mocht ik nagenoeg nooit lezen. Zoals ik al eerder schreef, bestonden mijn dagen uit naar school gaan, binnen vijf minuten thuis zijn, naar boven gaan om topografie te leren, avondeten, wéér naar boven om topografie te leren, en slapen.
Topografie begon me te duizelen. Ik werd er oprecht misselijk van elke dag uren lang naar hetzelfde plaatje te staren. Geen sociaal contact, niks. Met andere kinderen spelen mocht ik niet. Ironisch genoeg stond er in de rapportages van Bureau Jeugdzorg dat ik geen initiatief toonde om met andere kinderen te spelen. Misschien is dat wat de man van mijn nicht ze heeft verteld, misschien zijn die rapportages uit de tijd dat ik al geen initiatief meer durfde te tonen.
Soms pakte ik, voorzichtig, zonder enig geluid te maken, Het Achterhuis uit de kast en legde het naast mijn topografieblad. Ik legde het zo neer zodat ik hopelijk op tijd het blad erover heen kon leggen als hij mij vanaf de trap zou begluren. Anne nam mij mee in haar wereld, eentje die minstens zo pijnlijk was als de mijne en bovendien op geen enkele manier te vergelijken, maar het voelde alsof zij mij begreep. We waren beide jonge meisjes met de gedachten die bij die leeftijdsgroep horen, maar die we niet konden uiten omdat we allebei ergens leefden waar we vooral niet gezien en gehoord mochten worden.

Ik begon ook een dagboek bij te houden. Daarin luchtte ik mijn hart over hoe stom ik het vond om daar te wonen in plaats van bij mijn ouders, hoe bang ik voor mijn neef was, en hoe bang ik was mijn moeder te zullen verliezen aan haar ziekte. Als ik niet in mijn kamer was deed ik het op dagboek op slot en verstopte ik het, maar het werd toch vrij snel gevonden.
Zonder in detail te treden – de inhoud werd uitgebreid tegen mij gebruikt en mijn angst werd wederom gevalideerd.

Het dagboek van Anne Frank is zo’n typisch boek dat iedereen voor school moet lezen, maar voor mij is het meer dan dat. Het is een van de boeken die mijn jeugd definieerde. Ik heb het na die tijd bewust niet meer herlezen; de ervaring leert dat veel dingen waaraan ik goede herinneringen heb, nu, jaren later, vooral tegenvallen.

Tijdens de twee minuten stilte op vier mei denk ik altijd eerst aan Anne. Toen zij op haar vijftiende stierf had ze geen idee dat haar dagboek ooit gelezen zou worden; laat staan dat het gelezen zou worden door de volledige westerse wereld. Ze had niet kunnen weten dat ze mij op mijn negende zo zou helpen met de woorden die ze voor zichzelf op papier had gezet.

En hoewel steeds meer mensen klagen over de stilte op 4 mei, zul je mij daar niet op betrappen. Het minste dat ik, of wij, terug kunnen doen, is op 4 mei netjes twee minuten onze mond houden en daar vooral niet over zeuren.

Posted in: Mijn leven Tagged: anne frank, bevrijdingsdag, dagboek, dodenherdenking, trauma, vrijheid


Ik ben Narita. Het is telkens weer een dagtaak om mijn gedachten een beetje op een rijtje te houden, maar schrijven helpt. Soms schrijf ik over vroeger, soms schrijf ik over nu. Soms schrijf ik over dingen die me interesseren, irriteren, intrigeren. Maar het komt er altijd op neer dat ik de wereld probeer te begrijpen, en misschien ook wel mezelf.

Ik hou van excentrieke ouderen, kinderen die denken dat ze alles beter weten, enthousiaste honden die me onderweg naar huis begroeten, vrienden worden met katten die ik in de stad tegenkom, mixtapes maken en nog wel veel meer,
maar ik ben er nog niet helemaal achter hoe geluk werkt.

Je kunt me vinden als ervaringsdeskundige bij Augeo, waar ik hele toffe én hele noodzakelijke dingen doe wat betreft het tegengaan van kindermishandeling. Meer daarover kun je hier lezen.


denkvoer


esthetiek


muziek


media


modebeauty


mijnleven

Copyright © 2019 Narita.

Omega WordPress Theme by ThemeHall