‘Wat gaat er mis met de meisjes?’ Die tekst stond groot op de voorpagina van de Volkskrant. Meisjes en jonge vrouwen zijn depressiever dan ooit, en het is onze eigen schuld, als we de Volkskrant mogen geloven. Ik wil daar een ander perspectief tegenover zetten.
Bij die kop hoorde dit artikel. Lang verhaal kort: meisjes en jonge vrouwen zijn oververtegenwoordigd in de statistieken wat betreft zelfbeschadiging en pogingen tot zelfdoding. De verklaring, volgens het artikel? Meisjes praten er met elkaar over. En hoewel dat kan zorgen voor een gevoel van verbondenheid, kan het mentale problemen ook verergeren.
Tuurlijk, ook de huidige staat van de wereld en de prestatiesamenleving worden genoemd. Maar er wordt ook vooral een blik jeugdpsychiaters (van middelbare leeftijd, grootste deel oud, wit, man: uitermate geschikt om licht te schijnen op tienermeisjesproblemen) open getrokken om aan te wijzen waar het probleem écht ligt: social media, te veel vrijheid, overbeschermende ouders, medicalisering. En gebruiken die meiden het woord ’trauma’ niet te vlug? Wat het stuk eigenlijk vooral zegt: dames, jullie maken jullie miezerige meisjesproblemen wel héél erg groot, is het niet?
Misschien wordt het woord trauma helemaal niet te snel gebruikt, maar is opgroeien als vrouw in de huidige samenleving al een traumatische ervaring op zich.
Maar wat als het niet zo is? Wat als social media niet de schuldige is, het ook niet aan te veel of te weinig vrijheid ligt, of aan overbeschermende ouders, of aan medicalisering? Misschien wordt het woord trauma helemaal niet te snel gebruikt, maar is opgroeien als vrouw in de huidige samenleving al een traumatische ervaring op zich. 66% van de vrouwen tussen de 13 en 24 jaar geeft aan te maken te hebben gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag, 54% maakte fysieke grensoverschrijding (ongewenste aanraking, seks tegen de wil, etc.) mee. Van alle bevolkingsgroepen zijn jongeren het vaakst slachtoffer van huiselijk geweld. Als jonge vrouw weet je – instinctief of van horen zeggen – dat je ’s avonds eigenlijk beter niet in je eentje over straat kan gaan, en dat, als je het doet, je je sleutels tussen je vingers moet doen.
Ooit was ik een tienermeisje. Eigenlijk helemaal nog niet heel lang geleden. En het toeval wil dat ik een depressief tienermeisje was, van het type waar denigrerende Volkskrantartikelen over worden geschreven. Maar dat was niet alles: er zat er nog een laag onder. Ik was boos. Boos op de jeugdzorg. Boos op het onderwijssysteem. Boos op mezelf, boos op de wereld, boos op de maatschappij. Dat klinkt recalcitrant, maar als ik er nu naar kijk (als aanzienlijk minder depressieve twintiger), was mijn boosheid terecht. Mijn boosheid was, en is, alleen niet sociaal acceptabel. En somberheid is dat wel.
Somberheid past namelijk bij wat we van oudsher verwachten van vrouwen en wensen van jongeren: dat ze ingetogen zijn, teruggetrokken, zich niet laten zien en al helemaal niet laten horen. Somberheid is niet al te lastig, in ieder geval niet totdat het uit de hand loopt. Dat in tegenstelling tot boosheid: boosheid wordt gevoed door een noodzaak voor verandering. Somberheid is vooral je eigen probleem. Boosheid is dat per definitie niet.
Dat brengt ons bij wat er mis gaat met de meisjes: verdraaid weinig. Het is niet raar om boos te worden op een wereld die je constant in gevaar brengt, zowel op persoonlijk niveau (de hoge cijfers voor seksueel en huiselijk geweld) als op collectief niveau (jongeren kunnen geen huis vinden, het grootste deel van de wereldleiders vertikt de klimaatcrisis serieus te nemen, wie nu 20 is heeft 3 pandemieën en net zoveel economische crises meegemaakt en oh ja, ons land is zijdelings betrokken in twee oorlogen). Dat die boosheid zich uit in extreme somberheid en zelfdestructief gedrag, is een bijwerking van de samenleving die we met z’n allen in stand houden. De oplossing ligt niet in het beperken van toegang tot social media, of het shamen van jonge vrouwen die samen praten over hoe ze zich voelen. En begrijp me niet verkeerd – een absolute oplossing heb ik ook weer niet. Maar ik denk wel dat het een stuk beter zou werken als we de problemen van jonge vrouwen serieus zouden nemen, en de boosheid zouden toestaan.
Doorlezen over dit onderwerp? Snap ik. Hier is wat leesmateriaal:
The Independent: “We don’t need to ask why young women are suffering mental health problems – it’s a direct result of the patriarchy”
Courtney E Martin – Perfect Girls, Starving Daughters: The Frightening New Normalcy of Hating Your Body (de eerste feministische theorie die ik las op m’n 15e – alleen niet erg intersectioneel)